BSR – Goed in je vel

Annet Hoeijmans schreef dit stuk in het begin van haar BSR proces en deelde het met haar netwerk!

GOED IN JE VEL ZITTEN!

De wijsheid van het lichaam.

Naar aanleiding van recente ervaringen werd ik opnieuw met mijn neus gedrukt op de wonderbaarlijke intelligentie van het lichaam en het belang van natuurlijke intelligente interne communicatie. Het bracht mijn aandacht nadrukkelijk naar het wonder van het ontstaan van ons lichaam vanuit de eenheid van één enkele bevruchte cel. Via de bevruchting, samensmelting, van één zaadeicel en één eicel ontstaat er een hele lichamelijke fysieke vorm. Een micro-universum! Kennelijk hebben de zaadcel en eicel intelligentie en eigenschappen in zich waardoor uit die éne bevruchte cel een heel lichaam gebouwd wordt. Ergens in het primaire proces van celdeling wordt plotseling de ene cel hartweefsel en de andere cel hersenweefsel! Een gigantische intelligente samenwerking en opbouw, waardoor uit die éne cel een hoogst complex en volledig op elkaar afgestemd mechanisme groeit. Hoe weten de cellen dat ze moeten delen? En hoe weten ze in welk weefsel ze moeten transformeren? Een wonderbaarlijk en mysterieus scheppingsproces. De ervaringen die ik recent opdeed raakten diepe herinneringen in mij aan, opgeslagen in mijn cel-geheugen. Herinneringen betreffende vibraties van harmonie en disharmonie die ik als peuter en kleuter ervoer als sidderingen, trillingen, in mijn zenuwstelsel. Een onaangename gewaarwording waar ik niets mee – of tegen – kon doen. Ik kon het ook niet zeggen want mijn taalgebruik was toen nog niet voldoende ontwikkeld. Gaandeweg ging mijn lichaam zich innerlijk “schrap” zetten ter bescherming voor dit onbehaaglijke gevoel en isoleerde zo deze subtiele gevoelige waarnemingen met behulp van een spier-corset. Dat gebeurde heel organisch. Ik kon nog niet zelfstandig denken en het lichaam volgde haar eigen intelligentie en overlevingsmodes.

Communicatie in de breedste betekenis van het woord; interactie tussen geest, ziel en lichaam heeft altijd mijn aandacht en belangstelling gehad. In de verschillende opleidingen die ik volgde was dit ook steeds een speerpunt. Nu via deze recente ervaringen, naar aanleiding van een onbegrepen fysieke klacht, kwam ik het opnieuw tegen. Vandaar onderstaand loflied.

Ode aan het lichaam.    Ik dank je voor je altijd aanwezige beschikbaarheid voor mij. Meestal licht, soepel en energiek. Soms ook zwaar, zwoegend, hijgend en futloos… Wanneer je niet doet wat ik wil mopper ik makkelijk op je omdat je me niet gehoorzaamt. Eigenlijk wil ik gewoon dat je onmiddellijk doet wat ik van je vraag. Wanneer jij, op geheel eigen wijze, mij duidelijk maakt dat je aan de grens van je kunnen bent gekomen, mopper ik op je en voel me in eerste instantie vervelend en gefrustreerd.  Waarom doe je nou niet gewoon wat ik wil en van je vraag? Dan schrijf ik zomaar spontaan een gedicht over het altijd dienstbare hart, elke hartklop weer… Dankbaar voel ik me voor alle doorleefde ervaringen van liggen, zitten, kruipen en lopen. Jij, lief lichaam, deed het op jouw eigen tijd en tempo, heel natuurlijk en organisch, zonder dat iemand zich daarmee hoefde te bemoeien. Wat een intelligente ontwikkeling! Jij, lief lichaam, bent onderhevig aan Natuurwetten die zorgen voor groeien, bloeien en verzinken van allerlei levensvormen. Je dient me naar jouw beste kunnen. Je weefsels veranderen, je wordt kwetsbaarder. Je aardse schoonheid verandert onder druk van vergankelijkheid. Zo gaat het. Met de huidige kennis en wetenschap kan ik met mijn wilskracht inmiddels allerlei beslissingen nemen om het proces van ouder worden en vergankelijkheid te vertragen. Maar met welk doel? Vanuit welke intentie? Geestelijk voel ik me nog jong en vitaal, jonger dan jouw aardse leeftijd. Inmiddels zijn we samen zeer vertrouwd met het gegeven dat ik je mag begeesteren en bezielen en vanuit dit wel-zijn brengen we een beetje licht en straling in deze verwarrende en onzekere wereld.